Jan Wolkers
AchternaamWolkers
RoepnaamJan
Doop-/artiest of echte naamJan Hendrik
Geboortedatum1925-10-26
Sterftedatum2007-10-19
Leeftijd81
OorzaakOuderdom
SexeMannelijk

Biografie
Jan Hendrik Wolkers (geboren te Oegstgeest, gestorven te Westermient, Texel) was een Nederlands schrijver, kunstenaar en columnist.

In de naoorlogse Nederlandse literatuur wordt hij ook wel genoemd in relatie tot De Grote Vier. De Grote Vier bestaat uit Willem Frederik Hermans, Harry Mulisch, Gerard Reve en hijzelf. Meestal wordt Jan Wolkers weggelaten en dan spreekt men van de De Grote Drie.

De ouders van Wolkers kwamen uit Amsterdam. Wolkers komt uit een gereformeerd milieu waar hij in zijn tienerjaren afstand van heeft genomen. De ouders van Wolkers hadden in totaal elf kinderen. Vader Wolkers bezat vóór de Tweede Wereldoorlog een slecht lopende kruidenierswinkel.

Wolkers bezocht de mulo, maar moest al snel van school om te helpen in de winkel. Hij was daarna onder andere dierenverzorger in een laboratorium van de Universiteit Leiden, hij was tuinman en schilderde landschappen. In de oorlog dook Wolkers onder. Hij nam les aan de Leidse Schilderacademie, en ook typelessen. Daarbij haalde hij zijn enige diploma. Kort na de bevrijding woonde Wolkers in Parijs.

Tijdens zijn eerste huwelijk met Maria, in 1951, overleed het dochtertje van Wolkers door een ongeluk in bad. Twee maanden na de Zeeuwse watersnoodramp wordt, in april 1953, zoon Jeroen geboren. Wolkers studeerde voor beeldend kunstenaar in Den Haag en Amsterdam. In Amsterdam tot 1953 aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. Van 15 juli tot 14 augustus 1954 volgde Wolkers de Internationale Sommerakademie für bildende Kunst te Salzburg, die in 1953 door Oskar Kokoschka was opgericht. Daarvoor kreeg hij een beurs van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Hij kreeg er les van de Italiaanse beeldhouwer Giacomo Manzù. In 1957 kreeg hij een Franse beurs om bij de Zadkine te studeren in Parijs.

Het grootste literaire succes van Wolkers is de liefdesroman Turks Fruit uit 1969. Dit boek werd in 1973 door Paul Verhoeven verfilmd, met hoofdrolspelers Rutger Hauer en Monique van de Ven.

Vanaf 1980 woonde Wolkers in Westermient op Texel met zijn vrouw Karina (geboren 21 maart 1946 of 1947). Wolkers had twee zoons, de tweeling Bob en Tom, die geboren werden in 1981 toen Wolkers 55 jaar oud was.

Voor de Europese Parlementsverkiezingen 2004 en Tweede Kamerverkiezingen 2006 stond Wolkers als lijstduwer op de lijst van de Partij voor de Dieren.

Wolkers is de schrijver van het Groot Dictee der Nederlandse Taal dat op 19 december 2007 zal worden gehouden.

Jan Wolkers overleed in zijn slaap op 19 oktober 2007, een week voor zijn 82e verjaardag, in zijn huis, Huize Pomona, te Westermient op het waddeneiland Texel, waarheen hij in 1981 vanuit Amsterdam was verhuisd. Wolkers wordt op woensdag 24 oktober in Amsterdam gecremeerd.

De gereformeerde afkomst van Wolkers komt veelvuldig terug in zijn romans. Verder kenmerken zijn romans zich door een grote openheid over seksualiteit; hij was een van de eerste literaire schrijvers die zo ver gingen. De eerste uitgever van Wolkers vond dat er te veel "vieze woorden" in zijn boeken stonden, en dat deze door Wolkers door Latijnse termen vervangen moesten worden. Wolkers vond dat zijn beschrijvingen voorkomen, en dat de expliciete beschrijvingen binnen zijn verhalen verantwoord waren.

De boeken van Wolkers zijn autobiografisch en de afgunst tegenover de (schoon)ouders speelt een grote rol.

Een ander thema dat veel voorkomt in het werk van Wolkers is de dood. Op zijn eerste schilderijen gebruikte hij ook het thema dood, dat waren bijvoorbeeld stillevens met schedels. Wolkers kwam vroeg in aanraking met de dood. Tijdens de Tweede Wereldoorlog overleed zijn oudste broer, Gerrit Jan Wolkers, op 22-jarige leeftijd aan difterie, op 30 augustus 1944.

Wolkers signeerde zijn schilderijen soms aan de achterzijde, net als Mondriaan, omdat hij vond dat de handtekening detoneert met het werk. Zijn schilderijen ontstaan, stelde Wolkers in 2007, uit wat hij in eenzaamheid in zichzelf verzamelt. Daar moet hij rustig voor leven. Inspiratiebronnen voor zijn abstracte werken zijn de zee, het landschap en de rust.

Zijn beelden zijn vaak het slachtoffer van vandalisme. Voorbeelden hiervan zijn het Auschwitz-monument in Amsterdam en het monument op de dijk bij Ceres op Texel. Vermoedelijk speelt daarbij een rol dat Wolkers veel gebruikmaakt van glas en dat de kwetsbaarheid dat dit materiaal uitstraalt bij enkelingen vernielzucht opwekt. Als reactie van de vernieling van het monument bij Ceres in 2003 maakte Wolkers bekend dat hij glas minder zal gaan toepassen en meer met staal zal gaan werken.

Het Jac. P. Thijsse-monument in de vijver bij de Elemert op Texel bevat inderdaad meer staal, al is glas nog steeds een substantieel onderdeel van het kunstwerk.

In 1963 kreeg zijn boek Serpentina’s petticoat de literatuurprijs van de gemeente Amsterdam. Wolkers stuurde de prijs in 1966 weer terug. Hiermee protesteerde hij tegen het optreden van de politie bij de rellen rond het huwelijk van Beatrix en Claus.

Jan Wolkers weigerde ook de Constantijn Huygensprijs (1982).

In 1989 werd hem de P.C. Hooftprijs toegekend, maar hij weigerde die omdat stripauteur Marten Toonder nog nooit een grote literatuurprijs had gekregen.

Terug


Medeleven
troostplek.nl02-07-2025

Sterkte aan alle nabestaanden.